Bij de begroting van de schade na een ongeval, is het verlies van arbeidsvermogen veelal een van de grotere schadeposten. De benadeelde dient aan te tonen wat hij verdiende vóór het ongeval en wat hij feitelijk heeft verdiend ná het ongeval. Het te begroten verschil tussen beide scenario’s wordt alsdan aangenomen als de schade verlies van arbeidsvermogen. Maar hoe zit dat dan als de inkomsten van de benadeelde (mede) bestaan uit ‘zwarte’ inkomsten? De Hoge Raad boog zich onlangs over deze vraag en oordeelde dat bij de begroting van het verlies van arbeidsvermogen ook rekening gehouden kan worden met zwarte inkomsten, mits is voldaan aan enkele voorwaarden. In deze blog leggen we uit hoe dat zit.
Feitencomplex
In opdracht van een school (eiser in cassatie) zou de zelfstandig ondernemer (benadeelde en verweerder in cassatie) internetkabels aanleggen. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheden stelt de school een onveilige ladder ter beschikking aan de benadeelde. Tijdens de werkzaamheden valt de benadeelde van de ladder, die ten gevolge daarvan enkelletsel oploopt.
De benadeelde stelt de school aansprakelijk voor de ontstane schade. Door de AVB-verzekeraar van de school wordt de aansprakelijkheid erkend.
In het kader van de schadeafwikkeling ontstaat er tussen partijen een discussie over de schadepost verlies van arbeidsvermogen. De benadeelde voert aan dat hij, naast de inkomsten uit het bedrijfsresultaat van zijn eenmanszaak, ook inkomsten heeft gehad die niet in de administratie zijn verwerkt. De benadeelde stelt zich op het standpunt dat ook deze inkomsten moeten worden meegenomen in de schadebegroting.
De verzekeraar is het daar niet mee eens en vordert haar gelijk in een deelgeschilprocedure (conform artikel 1019w Wetboek van Rechtsvordering).
Overwegingen hof
Het hof oordeelt dat de zwarte inkomsten moeten worden meegenomen in de schadebegroting. Zij overweegt daartoe dat de benadeelde schade heeft geleden doordat hij als gevolg van het ongeval niet meer in staat is met werken dezelfde inkomsten te genereren zoals in de hypothetische situatie zonder het ongeval. Daaronder valt in onderhavige procedure dus ook de schade uit zwarte inkomsten, als onderdeel van het verlies van arbeidsvermogen.
Dat de benadeelde zelf een norm heeft geschonden jegens de fiscus door geen belasting en premie af te dragen over de verrichte werkzaamheden, doet volgens het hof aan de voornoemde norm niets af.
Ook een beroep op handelen in strijd met artikel 3:40 lid 1 BW wuift het hof weg. Volgens het hof is geen sprake van onrechtmatig handelen door de verzekeraar ingeval zij de zwarte inkomsten meenemen in de schadebegroting. Daarmee komt de verzekeraar slechts haar contractuele verplichting jegens de school tot uitkering van de polis na, aldus het hof.
Wel oordeelt het hof dat bij de begroting van de schade van de benadeelde wegens het verlies van arbeidsvermogen de specifieke omstandigheden van het geval in aanmerking genomen moeten worden. Dat de benadeelde een gedeelte van zijn inkomsten zwart verwierf, is een dergelijke specifieke omstandigheid. Ook de verhouding tussen de inkomsten waarover wel/geen belasting en premie is betaald en de hoogte daarvan speelt daarbij een rol. De vorderingen worden derhalve door het hof afgewezen.
Hoge Raad
Volgens de verzekeraar miskent het hof dat bij de begroting van de schadepost verlies van arbeidsvermogen geen rekening mag worden gehouden met zwarte inkomstern. Volgens de verzekeraar verzetten de eigenschappen ‘strafbaarheid’ en ‘onrechtmatigheid’ van de zwarte inkomsten zich tegen het feit dat de benadeelde in de stelplicht en bewijslast tegemoet wordt gekomen. Door de verzekeraar wordt derhalve cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad overweegt dat – volgens vaste rechtspraak – het bestaan en de omvang van de schade door verlies van arbeidsvermogen worden begroot aan de hand van welke inkomsten de benadeelde in de hypothetische situatie zonder ongeval en de feitelijke situatie met ongeval zou hebben verworven. De stelplicht en bewijslast rust daarbij op de benadeelde.
De Hoge Raad vervolgt dat in het kader van de voornoemde vergelijking tussen beide scenario’s geen strenge(re) eisen aan de benadeelde mogen worden gesteld. Bij de inschatting dienen als het ware de goede en de kwade kansen te worden meegewogen, waarbij de rechter een ruime vrijheid heeft om naar redelijkheid in te schatten hoe het inkomen van de benadeelde zich zal ontwikkelen en hoe het inkomen zich zou hebben ontwikkeld.
Gelet op het voorgaande concludeert de Hoge Raad dat bij de begroting van de schade van verlies van arbeidsvermogen rekening gehouden kan worden met zwarte inkomsten in de periode voor het ongeval, voor zover de werkzaamheden an sich rechtmatig zijn. Zwarte inkomsten uit onrechtmatige werkzaamheden, vallen derhalve buiten de begroting van het verlies van arbeidsvermogen.
Ingeval wordt geoordeeld dat de benadeelde voor het ongeval zwarte inkomsten genereerde, waarvan het verrichten ervan rechtmatig is, dient te worden beoordeeld:
of, en zo ja, in welke omvang de benadeelde in de hypothetische situatie deze werkzaamheden zou hebben verricht, dan wel ter vervanging daarvan andere werkzaamheden zou hebben verricht; en
welk netto-inkomen, na inhouding of afdracht van de verschuldigde belasting en premie, de benadeelde met de hiervoor bedoelde werkzaamheden zou hebben ontvangen.
Conclusie
Kortom, zwarte inkomsten uit rechtmatige werkzaamheden zijn relevant in het kader van de begroting van de schadepost verlies van arbeidsvermogen. Bij de begroting dient te worden afgewogen in welke omvang de benadeelde in de hypothetische situatie zonder ongeval zwarte inkomsten zou hebben verworven en welk netto-inkomen de benadeelde zou hebben ontvangen.
Lees de hele uitspraak: HR 12 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:568.
Vragen?
Heeft u letselschade opgelopen in een verkeersongeval? Of heeft u vragen naar aanleiding van het voorgemelde? Neem dan contact met ons op, zodat wij in uw belang kunnen meedenken. Indien gewenst, kunt u een kosteloos oriënterend gesprek inplannen met één van onze gespecialiseerde advocaten.
Comments