top of page
Foto van schrijverBuro Letselschade

Strafzaken laten afhandelen door het Openbaar Ministerie? Let op het belang van slachtoffers!


Als gevolg van de coronapandemie worden steeds meer en zwaardere strafzaken afgehandeld door het Openbaar Ministerie (OM). De rechtbanken worden daarmee ontlast, maar daarbij wordt onvoldoende gekeken naar het belang van slachtoffers, zo waarschuwt de Nationale ombudsman (Reinier van Zutphen).[1]


Een strafbeschikking door het OM

Aan de hand van een zogenaamde strafbeschikking kan het OM voor veelvoorkomende strafbare feiten een straf opleggen. Dit zonder tussenkomst van een rechter. Het OM kan een strafbeschikking opleggen voor overtredingen en misdrijven waarvoor maximaal zes jaar gevangenisstraf kan worden opgelegd. Voorbeelden van dergelijke strafbare feiten die door middel van het opleggen van een strafbeschikking kunnen worden afgedaan, zijn: eenvoudige mishandeling, winkeldiefstal, openbare dronkenschap, bedreiging, rijden onder invloed, ordeverstoring, bedelen, en vandalisme. Het OM kan verschillende soorten straffen opleggen, zoals een geldboete, een taakstraf of (het laten betalen van) een schadevergoeding. Het opleggen van een gevangenisstraf door het OM is niet mogelijk. Dergelijke zaken met strafbare feiten waarvoor een gevangenisstraf gepast is, moeten worden voorgelegd aan de rechter.


De Nationale ombudsman

Slachtofferadvocaten en medewerkers van Slachtofferhulp spraken eerder dit jaar hun zorg hieromtrent ook al uit. In de brief die de Nationale ombudsman donderdag 16 december jl. aan demissionair minister Dekker (Rechtsbescherming) en demissionair minister Grapperhaus (Justitie) zond, vraagt hij hen de uitdrukkelijke aandacht voor de positie van slachtoffers van misdrijven die het OM afhandelt met een strafbeschikking.[2]


Waarschuwing

De Nationale ombudsman waarschuwt dat bij de afhandeling van zaken door het OM onvoldoende wordt gekeken naar het belang van het slachtoffer en daarbij onbehoorlijk wordt omgesprongen met slachtofferrechten. Onder andere blijkt dat slachtoffers geen gebruik van hun spreekrecht kunnen maken. Dit terwijl zij daar (in bepaalde zaken) wel behoefte aan en recht op hebben.


Bij de rechter is het slachtoffer actief betrokken

Daarbij geeft de Nationale ombudsman onder andere aan dat voor slachtoffers de toegang tot het recht onder druk staat wanneer het OM kiest voor vervolging via een strafbeschikking onvoldoende gewaarborgd is. Zo biedt een rechter – in tegenstelling tot wanneer het OM zelf overgaat tot strafoplegging – bij de behandeling van een strafzaak het slachtoffer verschillende mogelijkheden om actief betrokken te zijn en zijn/haar rechten geldend te maken. Dit onder andere door – naast gebruik te kunnen maken van spreekrecht – aanwezig te zijn bij de strafzitting en zijn/haar vordering tot schadevergoeding mondeling toe te (laten) lichten. Het niet (laten) toelichten van een vordering tot schadevergoeding, kan ervoor zorgen – en dat zien wij helaas in de praktijk ook terug – dat slachtoffers – als zij door het OM al schadevergoeding krijgen toegewezen – dit slechts een klein gedeelte van de gevorderde schade is en dus ook niet de schadevergoeding is waar een slachtoffer (ten minste) recht op heeft.


Tegen het licht houden

De Nationale ombudsman vindt (dan) ook dat er (wél) reden is om de regelgeving en praktijk op dit punt eens tegen het licht te houden en doet daartoe een uitdrukkelijk oproep in zijn brief.


Hopelijk zorgt dit voor verdere versterking en verankering van de positie van het slachtoffer.

Comments


bottom of page