De Staat der Nederlanden is niet aansprakelijk voor de dood van gijzelnemers Max Papilaja en Hansina Uktolseja bij Molukse treinkaping bij De Punt in 1977.
Het is maandag 23 mei 1977. Negen gewapende Molukse jongeren kaapten de trein tussen Assen-Groningen nabij het dorp De Punt in de provincie Drenthe. Zij namen daarbij 54 passagiers in gijzeling. Max Papilaja en Hansina Uktolseja zijn twee van de negen gijzelnemers. Tegelijkertijd met de treinkaping drongen vier gewapende Molukse jongeren een nabij gelegen lagere school binnen en namen daar 125 kinderen en vijf leerkrachten in gijzeling.
Beide kapingen met geweld beëindigd
Zaterdag 11 juni 1977, in de vroege ochtend, na bijna drie weken, zijn beide kapingen uiteindelijk door de Staat met geweld beëindigd.
Bij de bevrijdingsactie in de school zijn geen slachtoffers gevallen. Bij de bevrijdingsactie in de trein zijn acht doden gevallen, onder wie de twee gijzelnemers Max Papilaja en Hansina Uktolseja.
Procedure schadevergoeding voor nabestaanden
De nabestaanden van Max Papilaja en Hansina Uktolseja zijn uiteindelijk een procedure gestart tegen de Staat en vorderden daarin schadevergoeding van de Staat. Kort gezegd werd door de nabestaanden aangevoerd dat door de Staat onrechtmatig is gehandeld. De mariniers die bevrijdingsactie hebben uitgevoerd, zouden de twee gijzelnemers zonder goede reden hebben doodgeschoten. De nabestaanden voeren aan dat de twee gijzelnemers geen gevaar meer vormden en zij hadden moeten worden aangehouden – in plaats van hadden moeten worden doodgeschoten.
De rechtbank Den Haag en het gerechtshof wijzen vordering af
De rechtbank te Den Haag heeft in 2018 de vorderingen van de nabestaanden afgewezen. De nabestaanden lieten het er niet bij zitten en hebben vervolgens hoger beroep ingesteld. Dinsdag 1 juni 2021 heeft het gerechtshof te Den Haag in hoger beroep de vonnissen van de rechtbank te Den Haag bekrachtigd en beslist dat de Nederlandse Staat niet aansprakelijk is voor de dood van twee van de gijzelnemers Max Papilaja en Hansina Uktolseja.[1]
"Voor de stelling van de nabestaanden dat de gijzelnemers “in koelen bloede” zijn geëxecuteerd zijn volgens het gerechtshof geen aanwijzingen"
Het Haagse gerechtshof is – net als de rechtbank – onder andere van oordeel dat de mariniers in de oprechte overtuiging “honest belief” verkeerden dat de gijzelnemers bij de bevrijdingsactie nog een gevaar voor de mariniers (konden) vorm(d)en. Voor de stelling van de nabestaanden dat de gijzelnemers “in koelen bloede” zijn geëxecuteerd zijn volgens het gerechtshof geen aanwijzingen.
Vragen?
Hebt u vragen naar aanleiding van het voormelde? Schroom dan niet om contact met ons op te nemen.
[1] De volledige uitspraak van het gerechtshof Den Haag is te lezen via: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2021:950
(waar ook wordt verwezen naar de uitspraken in eerste aanleg).