Nabestaanden en naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel kunnen sinds 1 januari 2019 aanspraak maken op een vergoeding van affectieschade. Deze vergoeding is een vorm van smartengeld. Niet iedere naaste of nabestaande kan hier evenwel aanspraak op maken. Deze groep is namelijk beperkt tot de partner/levensgezel, de ouders en/of kinderen van het slachtoffer en personen die in gezinsverband met het slachtoffer samenleefden. In uitzonderlijke situaties kunnen ook anderen in aanmerking komen voor een vergoeding van affectieschade. In een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam deed een dergelijke uitzonderlijke situatie zich voor. De vraag die in voormelde zaak voorlag, was of de oma en tante van het slachtoffer, die normaliter niet onder de kring van gerechtigden vallen, recht hadden op een vergoeding van affectieschade. Wat oordeelde de rechtbank?
Feiten
Op 14 maart 2020 waren vier verdachten samen in de woning van een van de verdachten aanwezig. De verdachten speelden daar met een vuurwapen. Zo werden er foto’s, filmpjes en snaps gemaakt en werd met het wapen gezwaaid. Voor de grap richtten de verdachten meermaals het vuurwapen op elkaar en werd zelfs eveneens de trekker overgehaald. Kort nadat het slachtoffer in de woning was gekomen ging het gruwelijk mis. Toen de trekker werd overgehaald, werd er (onbedoeld) een schot gelost. Het slachtoffer werd daarbij in zijn achterhoofd geraakt. Hij overleed ter plaatse.
Zijn de verdachten schuldig?
Ja, zo oordeelde de rechtbank. Hoewel er volgens de rechtbank geen sprake was van kwade bedoelingen, neemt dat niet weg dat de twee hoofdverdachten, aldus de rechtbank, schuldig zijn aan zijn dood. Dit door hun gevaarlijke en onvoorzichtige gedrag. De andere twee verdachten worden bestraft voor het voorhanden hebben van het vuurwapen.
Bestaat er recht op een vergoeding van affectieschade?
De oma en tante van het slachtoffer hebben een vordering tot affectieschade ingediend. Het uitgangspunt is dat zij geen aanspraak kunnen maken op een vergoeding van affectieschade. Volgens de rechtbank was hier evenwel sprake van een bijzonder geval.
Het slachtoffer was opgegroeid in het gezin van zijn tante. Hij noemde zijn tante ook zijn moeder en zag zijn neefjes en nichtjes als zijn eigen broers en zussen. Wat betreft zijn oma geldt dat het slachtoffer op zijn veertiende bij haar is gaan wonen. Tot aan zijn dood heeft hij daar ook gewoond. Zijn oma wordt zelfs beschreven als zijn “tweede moeder”.
Volgens de rechtbank is dan ook sprake van zodanig bijzondere omstandigheden en een zodanig hechte relatie dat uitzondering dient te worden gemaakt op het in de wet bepaalde uitgangspunt voor het toekennen van affectieschade.
Ten aanzien van de hoogte van de gevorderde affectieschade overweegt de rechtbank dat het erkennen van leed zich niet gemakkelijk op waarde laat schatten. De rechterbank kent het gevorderde bedrag toe. Aan de oma wordt een vergoeding toegekend van
€ 7.500,00 en aan de tante van € 17.500,00.
Twijfelt u of u in aanmerking komt voor een vergoeding van affectieschade? Wij denken graag met u mee tijdens een vrijblijvende bespreking met een van onze aansprakelijkheidsrechtadvocaten van Buro Letselschade.
Comments