Al lange tijd zijn er ontevreden geluiden en discussies in Nederland over de hoogte van het smartengeld dat door velen als verstard en te laag wordt gezien. Deze geluiden lijken langzamerhand resultaat op te leveren. De laatste jaren is er namelijk een ontwikkeling in de rechtspraak te zien waarbij er meer aandacht wordt besteed aan het leed van slachtoffers en dit manifesteert zich vooral in de toekenning van een steeds hogere smartengeldvergoeding.
Wat is smartengeld?
De wet heeft bepaald dat in beginsel iedereen die slachtoffer is van een voorval waarbij een ander aansprakelijk is, de veroorzaker hiervan alle geleden en nog te lijden schade moet vergoeden. Naast vergoeding voor het verlies van inkomen en andere materiële schadeposten, kan er ook een immateriële schadevergoeding worden toegewezen. Dit wordt ook wel smartengeld genoemd. Smartengeld is een vergoeding voor alle pijn, leed en gederfde levensvreugde als gevolg van het voorval.
De hoogte van het smartengeld wordt naar billijkheid vastgesteld, rekening houdende met alle omstandigheden van het geval. In het bijzonder dient daarbij aandacht besteed te worden aan de aard en de ernst van het letsel en de gevolgen daarvan voor het slachtoffer. Bij de vaststelling wordt daarnaast ook gekeken naar eerdere, vergelijkbare uitspraken van rechters. Deze uitspraken zijn verzameld in de zogeheten Smartengeldgids van de ANWB.
Voorbeelden uit de rechtspraak
In de rechtspraak is er gaandeweg een stijging te zien in het smartengeldniveau. Zo wees de rechtbank Rotterdam eind 2020 een smartengeldvergoeding toe van € 350.000,-. Dit is tot nu toe het hoogste bedrag aan smartengeld dat ooit is toegewezen in Nederland. In deze zaak ging het om een jongen van 35 jaar die slachtoffer werd van zware mishandeling in zijn eigen woning door een bekende. Als gevolg van deze mishandeling liep het slachtoffer blijvend hersenletsel en halfzijdige verlamming op. Deze jongen is gedurende heel zijn leven volledig afhankelijk geworden van intensieve verpleging, verzorging en begeleiding.
Een ander recent voorbeeld is een uitspraak van het Hof Den Haag op 3 mei 2022. In eerste instantie werd er aan het slachtoffer van ernstig seksueel misbruik slechts € 5.000,- toegewezen. Het slachtoffer was het hier niet mee eens en stelt hoger beroep in bij de civiele kamer. Gelet op de ernst van het misbruik en de impact hiervan op het slachtoffer oordeelt het Hof dat het toegewezen bedrag niet in lijn is met recente uitspraken. Het Hof wijst uiteindelijk een aanzienlijk hogere smartengeldvergoeding van € 20.000,- toe.
Conclusie/hoe kunnen wij bijdragen?
Gelukkig krijgt de hoogte van het smartengeld steeds meer belangstelling en worden er in de rechtspraak steeds hogere smartengeldbedragen toegewezen. Wij hopen en streven ernaar dat deze stijgende lijn zich blijft voortzetten. Het enkel verwijzen naar min of meer gelijke gevallen uit de Smartengeldgids is daarvoor niet voldoende. Het gaat om het verhaal en de specifieke situatie van het slachtoffer. Op basis van dit verhaal kunnen wij de schadevergoeding zo proberen in te kleden dat die hoger uitkomt dan wat in het verleden is toegewezen.
Comments