Het slachtoffer dacht via een datingssite een date te hebben gemaakt met ‘Lies’. Eenmaal aangekomen op de afgesproken plaats in Tilburg werd hij bruut overvallen en vervolgens urenlang (onder andere in zijn eigen auto) vastgehouden en meegenomen. Hij kon al die tijd geen kant op. Daar bleef het echter niet bij. Het slachtoffer werd ernstig mishandeld, met een vuurwapen en een groot mes bedreigd en gestoken. Ook is gedreigd om met het mes de te(e)n(en) van slachtoffer af te snijden. Dit allemaal voor de bankpas(sen), (pin)code(s), sleutels en telefoon van het slachtoffer om uiteindelijk de rekening van het slachtoffer te plunderen. Er werd geld van de rekening(en) van het slachtoffer gepind en met het geld van het slachtoffer werden online kleding, schoenen en eten besteld.
Uren later werd het slachtoffer alleen, ernstig gewond, in hulpeloze toestand en met lege telefoon en lege bankrekening(en) achtergelaten.
Onze advocaat Romana van der Leij stond in deze zaak het slachtoffer bij en heeft namens hem vorderingen (een verzoek tot schadevergoeding) ingediend in de door het Openbaar Ministerie gestarte strafzaken tegen de verdachten. Donderdag 9 september 2021 heeft de rechtbank te Breda uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank heeft de twee meerderjarigen verdachten (die ten tijde van het voorval 18 en 19 jaar oud waren) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden respectievelijk 34 maanden. De minderjarig verdachte (die ten tijde van het voorval 17 jaar oud was) is door de rechtbank veroordeeld tot een jeugddetentie van 257 dagen (waarvan 180 dagen voorwaardelijk) en de maximale werkstraf van 240 uren.
De straffen zijn lager dan die door het Openbaar Ministerie waren geëist. De rechtbank houdt bij de strafoplegging onder andere rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachten.
Daarnaast zijn de verdachten door de rechtbank (hoofdelijk) veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer. Daarbij is – conform het verzoek van mr. Van der Leij – een zogenoemde schadevergoedingsmaatregel opgelegd. Het slachtoffer hoeft hierdoor (als het vonnis onherroepelijk (definitief) is) de toegewezen schadevergoeding niet zelf te verhalen bij de daders. De Staat (het CJIB) doet dat dan voor hem.
De verdachten en het Openbaar Ministerie hebben nog tot eind volgende week om in hoger beroep te gaan.